Knuffelgoeroe


Geen reis naar India is compleet zonder een spirituele belevenis. Vandaar een bezoek aan een Ashram (soort modern klooster). In mijn reisgids had ik er ampel over gelezen. Van echte voorbereiding was geen sprake.


Je hebt vast wel eens gehoord van Bhagwan Shree Rajneesh, ofwel kortweg de Bhagwan (1931-90). Een Goeroe uit de Indiase stad Pune met een enorme schare volgelingen. De flamboyante Bhagwan bracht in de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw het nodige opzien teweeg met zijn controversiële levenswijze.


De Bhagwan was echter lang niet de enige Goeroe in India. Er zijn er ook nu nog meer dan een dozijn. Allemaal zeer bijzondere en charismatische figuren waar de zoekende westerling als een magneet door wordt aangetrokken. Een van hen is Matha Amrithanandamayi. Zeg dat maar eens tien keer zonder je te verspreken. Matha Amrithanandamayi is beter bekend onder de naam Amma ‘the hugging mother’. Ze is een van de weinige vrouwelijke goeroes. Opmerkelijk.


Haar Ashram ligt aan de ‘backwaters’ in de Zuid-Indiase provincie Kerala, ergens tussen plaatsen Kollam en Alleppey. De backwaters zijn een wirwar van kanalen en meren. Het is te vergelijken met Giethoorn, alleen dan met palmbomen en veel groter. De Ashram is niet te missen als je met de veerboot van Kollam naar Alleppey vaart. Plotseling, na enkele uren te hebben gevaren, zie je een paar knalroze flatgebouwen op duiken. Een schriller contrast met de rijstvelden en het traditionele leven aan de backwaters kun je je nauwelijks voorstellen. Even dacht ik dat ik te lang in de zon had gezeten.


De beslissing om in de Ashram te overnachten nam ik letterlijk enkele seconden vóór de aanlegsteiger. Soms moet je snel schakelen, of misschien heb ik toch te lang in de zon gezeten. Meemaken en erbij zijn. Ze zeggen het ook op de kermis. Een achtbaan van spirituele belevenissen.


Samen met een handvol reizigers uit verschillende windstreken (vooral westerse wind dan), stapte ik van de boot. Aanmelden doe je bij de International Office. Je krijgt een bed in een kamer toegedeeld waar ook nog 3 andere slapen. Normaal inspecteer ik een kamer eerst. Leek me hier niet gepast, maar had ik misschien wel moeten doen. Aan de andere kant, voor 150 Rupees (zeg nog geen 3 euro) voor vol pension moet je niet zeuren. De kamer was basic. Een understatement. We hebben het met wat mosquito-netten proberen op te leuken. Niet gelukt. Van uitslapen zou toch geen sprake zijn.


In het enorme complex – waar ook de tempel staat – wonen zo’n 3.000 mensen. Een deel daarvan permanent. Opvallend veel westerlingen. De meesten gaan gekleed in het wit en dragen een lange kralenketting om de hals met een afbeelding van Amma. Mmmm.


In de Ashram heersen een paar strenge regels. Ten eerste: geen drank, genotmiddelen en geen vlees. Geen probleem, anders wordt ik nog lichtelijk corpulent. Ten tweede: er geldt een strikt celibatair leven op de Ashram. Ook geen probleem, ben al tijden celibatair. Inderdaad, ik weet wat je denkt. Ten derde: geen uitdagende kleding. Prima, het is geen short maar een ¾ broek heb ik besloten. Deze hangt bovendien laag op de heupen.


Tenslotte: het ochtendgebed is om 4.30 uur. Wat? Half vijf? Slik… Je wordt geacht daaraan mee te doen. Dan de uitsmijter: het ontbijt is pas om 9.00 uur. Ik voel mijn maag nu al knorren. De volgende veerboot gaat morgen. Geen weg meer terug.


Amma reist veel daarom was ze er niet. Jammer. Geen knuffel en alle ontberingen voor niets?


Opvallend genoeg kostte het me weinig moeite om om 4.00 uur op te staan. Je wordt gewekt door een luide bel. Op een slaapzaal is er altijd wel iemand die snurkt (volgens de wet van Bartje). Dit keer was het een Spanjaard. Dus lekker fris gedoucht – geen warm water – maar these are the tropics. Gereed voor het ochtendgebed.


Een priester zat het gebed voor. Duizend keer een korte rijm voorlezend. Je zou er bijna van in trance raken. Iedereen zat in kleermakerszit op de grond. Ik zat niet zo lekker. Daarna een half uurtje vrij mediteren aan het strand. Ik heb nauwgezet gezien hoe de vissers hun visnetten uitzetten.


Nog twee uur tot het ontbijt. Lastig. Ik heb buiten de poort een rol biscuitjes gehaald. Ja, sorry. Om toch weer in het reine te komen een ‘Seva’ gedaan. Dat is een paar uur een klusje doen. Een Seva is goed voor je Karma. Altijd mooi meegenomen.


De publicaties van Amma, en dat zijn er heel wat, worden ter plekke geproduceerd. Vakmatig voor mij natuurlijk interessant. Zo sta ik bij de drukpersen te kijken. Voor ik er erg in heb snij met een scherp mes posters van een grote rol. Dat klinkt misschien eenvoudig. Wel, laat ik er niet om heen draaien, dat is het ook. Mijn eerste Seva is een feit.


Naast het afsnijden van de posters maak ik wat tijd om enkele boeken, die om mij heen liggen door te bladeren. Amma is al sinds haar vroegste jeugd begaan met het lot van mensen die op de een of andere manier lijden. Die biedt ze hulp. Grootte of kleine hulp. Groot bijvoorbeeld in de vorm van gratis huizen voor getroffenen van de Tsunami. Klein door een warme knuffel. Daar is allemaal weinig mis mee.


Ze maakt, naar het schijnt heel wat in je los als je in één ruimte met haar bent. Dat heb ik helaas niet kunnen meemaken. Het gerucht ging dat ze snel zou terug komen van haar reis. Dit is echter India. Snel is relatief.


Ik lees: steeds wanneer iemand haar naar haar religie vraagt, antwoordt ze dat haar religie liefde is. Anna heeft ondertussen meer dan 27 miljoen mensen geknuffeld en de teller loopt nog steeds.