Kom van dat dak af


Het dak op


Ben vandaag het dak op geweest. En vanaf daken heb je zoals wel bekend is, fraaie uitzichten. Buitengewoon mooie landschappen zijn aan me voorbij gegleden. Tussendoor een traditioneel dorp waar op straat de oogst van de dag droogt, terwijl varkens scharrelen door het zwerfafval.


Bergen zo hoog als de Alpen, vol met rijstterrassen in alle groenschakeringen die je maar kan bedenken. Doordat de weg voort slingert over de kammen en toppen van de bergen en niet, zoals vaak gebruikelijk, door het dal loopt kan je genieten van de enorme vergezichten. Zeker vanaf het dak, het dak van een Jeepney wel te verstaan.


De nadelen. Mijn achterste is bont en blauw. Je weet naar een paar uur niet meer hoe je zitten moet. Daarnaast ben ik mijn (zoveelste) hoed verloren. Afgewaaid. We zijn op een gegeven moment toch iets harder dan stapvoets gegaan.


Ondertussen behoord de Filipijnen nu al tot één van mijn favoriete landen. Ik ken geen volk dat zo beleefd en correct is: ze spreken je altijd met twee woorden aan; hello sir, ze wachten in een nette rij, en groeten je op straat. Bovendien is het erg prettig dat de tweede taal van Filipino Engels is. Zo kan je je in elk gat verstaanbaar maken. Het heeft al geleid tot interessante gesprekken. Wel met de nodige spraakverwarring: I’m solly, want de ‘r’ blijft lastig voor ze.


Heb ik eerder gemeld dat de Filipino van easy listening houdt, blijkt dat Modern Talking ook populair is. Dat is verdacht, inderdaad. Nog verdachter is dat ik dit wederom kan meezingen. Dit heeft nu niets met mijn broers te maken. Het verraad hooguit mijn leeftijd. Hierover hoef ik verder niet uit te weiden…